Kernelementen integrale osteoporosezorg
“Onze brede blik vormt de basis voor de aanpak van de osteoporosepatiënt. Aan de ene kan kijken we naar valrisico, bloeduitslagen en lichamelijke oorzaken voor het verhoogde fractuurrisico, inclusief het gebruik van bepaalde medicatie. Aan de andere kant spelen sociale, psychologische en functionele aspecten ook een rol. Door een val kan men bijvoorbeeld valangst ontwikkelen. Als iemand daardoor heel krampachtig gaat lopen, kan de kans op vallen toenemen. Door te trainen met een fysiotherapeut kun je valangst verminderen. Het kan ook zijn dat de patiënt door de val somber is geworden en daardoor minder zin heeft om te bewegen, hierdoor neemt het valrisico ook toe. Daarnaast kunnen cognitieve stoornissen het valrisico verhogen omdat mensen minder goed opletten en trager reageren. Wij kijken ook altijd naar het sociale vangnet van de patiënt na een fractuur: is er voldoende hulp aanwezig? Heeft iemand een sociale cirkel om zich heen? Want iemand zonder een partner en van wie de kinderen ver weg wonen, redt het niet alleen na een recente fractuur. Dan is ondersteuning noodzakelijk. Wat betreft het functionele deel kijken we in hoeverre
iemand in staat is om voor zichzelf te zorgen (douchen, aankleden, koken enz.). Ook het herstel na een fractuur is belangrijk. Herstelt de functie van bijvoorbeeld die gebroken pols weer goed? Is er ergotherapie nodig? Is er wellicht extra fysiotherapie nodig om de dagelijkse activiteiten weer zelfstandig te kunnen uitvoeren?”
Follow-up
“De opvolging van de patiënt na het starten van de behandeling is iets waar we mee worstelen. We weten dat de therapietrouw voor osteoporose medicatie heel laag is. Afspraken in de regio met huisartsen over de follow-up zijn belangrijk. Want als je daar onvoldoende aandacht aan geeft, stoppen de meeste patiënten met
medicatie in het eerste jaar nadat het gestart is.”
Valscreening belangrijk bij preventie
“Een groep die we daarnaast niet moeten vergeten is de oudere patiënt die wel gevallen is, maar nog niets heeft gebroken. De nieuwe richtlijn “Preventie van valincidenten bij ouderen” zegt dat als er iemand met een acute val op de eerste hulp komt, je altijd een valscreening zou moeten doen. De kans dat iemand de volgende keer iets breekt, is namelijk groot. Wij zijn druk bezig om de mensen op de spoedeisende hulp hierover te informeren. In de regio Utrecht hebben we daarover afspraken gemaakt. Waarom wachten op een fractuur? Je kunt beter eerder ingrijpen. Indien de val het eerste valincident in dat jaar was, verzoeken wij de huisarts om een valscreening te verrichten. Bij meerdere valincidenten in hetzelfde jaar wordt de patiënt opgeroepen op de valpoli voor een valscreening. Huisartsen erkennen het probleem; een op de drie ouderen valt minimaal één keer per jaar. Bij verpleeghuispatiënten is dat zelfs een op de twee. De helft van de ouderen die gevallen is, valt vaker. In Nederland gaat het om ruim een miljoen valincidenten per jaar. Hierbij leidt 20% van de valincidenten tot letsel. De kosten van valincidenten zijn hoog en blijven, mede ook door de vergrijzing, de komende jaren sterk stijgen. Gelukkig weten steeds meer specialisten ons te vinden.”
Waar liggen verbeterpunten?
“Betere diagnostische tools zouden van toegevoegde waarde zijn bij het stellen van de juiste diagnose van osteoporose. Je kunt de FRAX inzetten als je twijfelt over het starten van een behandeling. Maar in de FRAX is het valrisico niet meegenomen. Dat is een punt van aandacht. Dit is meteen ook de reden waarom de FRAX voor de oudere, kwetsbare patiënt geen goed beeld van het fractuurrisico geeft. Daarnaast hebben we goede richtlijnen, maar de implementatie daarvan laat nog te wensen over. Ook door een geïntegreerde aanpak en door de follow-up van de patiënt te optimaliseren kunnen we veel winst behalen. Laten we daarom starten met goede diagnostiek en het juiste opvolgbeleid, juist ook bij kwetsbare ouderen.”
Referentie:
- Inouye SK, et al. J Am Geriatr Soc. 2000 Dec;48(12):1697-706.
- Black DM, et al. J Bone Miner Res. 1999 May;14(5):821-8.