Prof. dr. Joop van den Bergh

OSTEOPOROSEZORG.NL

Weet u zeker dat u deze webpagina wilt verlaten?

‘Maak osteoporosezorg toekomstbestendig’

Prof. dr. Joop van den Bergh - VieCuri Medisch Centrum Venlo




Prof. dr. Joop van den Bergh is als internist-endocrinoloog werkzaam in het VieCuri Medisch Centrum Noord-Limburg en als hoogleraar in het Maastricht UMC+. Sinds 2012 is hij tevens in deeltijd aangesteld als hoogleraar Endocrinologie aan de Universiteit Hasselt in België. In VieCuri MC is Van den Bergh coördinator van het Centrum voor Metabole Botaandoeningen en in samenwerking met Maastricht UMC+ doet hij onderzoek naar metabole botziekten.

‘Maak osteoporosezorg toekomstbestendig’

Prof. dr. Joop van den Bergh - VieCuri Medisch Centrum Venlo

Prof. dr. Joop van den Bergh is als internist-endocrinoloog werkzaam in het VieCuri Medisch Centrum Noord-Limburg en als hoogleraar in het Maastricht UMC+. Sinds 2012 is hij tevens in deeltijd aangesteld als hoogleraar Endocrinologie aan de Universiteit Hasselt in België. In VieCuri MC is Van den Bergh coördinator van het Centrum voor Metabole Botaandoeningen en in samenwerking met Maastricht UMC+ doet hij onderzoek naar metabole botziekten.

Maak osteoporosezorg
toekomstbestendig

Osteoporose is veelal latent aanwezig. Je hebt er geen last van totdat je iets breekt. De breuk is een resultante van een probleem dat je van tevoren niet kende. Een complicerende factor is dat het botprobleem overal kan ontstaan en gerelateerd kan zijn aan vele ziekten, zoals bijvoorbeeld maag- en darmziekten, COPD, reuma en schildklieraandoeningen. In veel disciplines in de geneeskunde speelt het een onderliggende rol, maar de dokter zal voornamelijk bezig zijn met de primaire aandoening. Als we kijken naar de incidentie van osteoporosegerelateerde botbreuken en de lijn doortrekken naar 2030, gaan we een stijging zien van meer dan 40% en de directe aan de behandeling gekoppelde kosten zullen met 50% toenemen. Deze cijfers hebben we berekend samen met het iMTA te Rotterdam en wetenschappelijk gepubliceerd.1 Daaruit kunnen we niet anders concluderen dat we vandaag hard moeten werken aan de zorg van morgen.”

Er ligt een uitdaging

“Patiënten die met een botbreuk in het ziekenhuis komen, hebben vaak osteoporose en onderliggende aandoeningen die bijdragen aan het krijgen van slecht bot. Van de populatie die na zijn of haar vijftigste levensjaar een fractuur oploopt, krijgt 1 op de 8 mensen binnen twee à drie jaar weer een nieuwe breuk. Van de totale groep mensen met een fractuur komt binnen vijf jaar 20% weer met een breuk terug in het ziekenhuis. En van die totale groep is 30% overleden binnen vijf jaar.1 Een polsbreuk zorgt niet voor het overlijden maar het gaat erom dat er veelal een onderliggende oorzaak aanwezig is, waardoor het sterfterisico hoger ligt. De breuk is een uiting van de kwetsbaarheid van de patiënt. In onze richtlijnen wordt geadviseerd patiënten van 50 jaar en ouder met een botbreuk te onderzoeken of sprake is van osteoporose en/of onderliggende aandoeningen die bijdragen aan slecht bot.2 In Nederland lopen we voorop. In vrijwel alle ziekenhuizen is er zoiets als fractuurevaluatiezorg of post-fractuurzorg geregeld. Er zijn modellen operationeel waardoor patiënten systematisch worden nagekeken. Deze maatregelen zijn bedoeld om een nieuwe breuk zoveel mogelijk te voorkomen. De inrichting van de osteoporosezorg is relatief nieuw, maar heeft overeenkomsten met de wijze waarop men alweer veertig jaar geleden een hartinfarct is gaan behandelen (bloedverdunners, cholesteroltabletten enzovoorts). De breuk is een uiting van een onderliggend probleem dat je moet signaleren en aanpakken. Als je weet dat een aandoening of behandeling ervan al bijdraagt aan het slechter worden van het bot, zou dat preventief kunnen worden opgepikt. Daar ligt een uitdaging.”

“De mortaliteit kan met 20% worden verminderd als er een Fracture Liaison Service (FLS) geïmplementeerd is in het ziekenhuis.”

Een keten is zo sterk als
de zwakste schakel

“Een fractuur moet uiteraard goed worden behandeld. De samenwerking tussen chirurgtraumatoloog en orthopeed is hierbij belangrijk. Maar daarmee is het niet klaar, er zal ook aandacht moeten zijn voor vervolgonderzoek naar osteoporose en onderliggende aandoeningen. Dit wordt in veel ziekenhuizen uitgevoerd door internisten of reumatologen en soms door geriaters. Samenwerking door de diverse specialismen is belangrijk om deze zorg goed te kunnen leveren. Als er aansluitend verder moet worden behandeld kan de patiënt vaak worden terugverwezen naar de huisarts die de behandelingen de daaropvolgende jaren moet opvolgen. Het is dus de gehele zorgketen die je goed moet organiseren. Allereerst moet je het eens worden over de noodzaak en de invulling van de samenwerking. Daarbij komen er zaken aan de orde als het inrichten van de transmurale zorg en de financiële invulling. Deze meertrapsraket kent vele stapjes, die allemaal goed moeten worden afgestemd, anders gaat het hele model niet werken. Het organiseren en in stand houden van goede zorg rondom patiënten met een recente fractuur vergt een optimale samenwerking met vele partners. De inspanningen, zowel organisatorisch als inhoudelijk, zijn voor eerste- en tweedelijnszorgverleners op dit vlak vatbaar voor verbetering.“

Cijfers tonen noodzaak aan

“Vaak gaat er veel aandacht naar de oncologische zorg, hart- en vaatziekten, maar als we inzoomen op recente cijfers is er op het gebied van osteoporose ook serieus iets aan de hand.3 De gevolgen van een wervelfractuur of een bovenbeenfractuur hebben een enorme impact op de kwaliteit van leven van de patiënt, maar ook op het sterfterisico. De beeldvorming bij dit soort breuken is vaak dat ‘het kan gebeuren’ maar de mogelijke gevolgen worden door de patiënt zelf onderschat en de urgentie niet voldoende beseft. Ook voor de dokter is het concept dat er problematiek achter de breuk schuilgaat relatief nieuw. Je gaat de onderliggende problematiek niet vinden als je er niet actief naar gaat kijken. Verder onderzoek is nodig om erger te voorkomen.”

Mogelijke redenen waarom het advies van een arts om osteoporose uit te sluiten niet wordt opgevolgd:

  1. Het gevoel van urgentie ontbreekt, de gezondheidsrisico’s worden onvoldoende toegelicht.
  2. Bij de kwetsbare oudere patiënten met een fractuur zijn er vaak allerlei problemen zoals verminderde mobiliteit, vervoersproblemen, verblijf in verzorgings- of verpleeghuis.
  3. De groep tussen de 50 en 65 jaar werkt vaak nog, heeft al veel tijd gemist op het werk en vindt het lastig om nog extra tijd vrij te maken.
  4. Het kostenaspect speelt een rol, vooral als er sprake is van bijvoorbeeld een fractuur in november en de vervolg onderzoeken naar osteoporose in januari plaatsvinden. Dit betekent dat je wederom je eigen risico moet betalen.
  5. Men is simpelweg even klaar met ziekenhuisbezoeken en zorgtrajecten.

Daling sterftecijfer met inzet van Fracture Liaison Service

“Samengevat zijn er dus voordelen te behalen voor de patiënt door het voorkomen van een volgende breuk en het kostenaspect dat hiermee gepaard gaat. We hebben recentelijk aanwijzingen gekregen dat de mortaliteit met 20% kan worden verminderd als er een Fracture Liaison Service (FLS) geïmplementeerd is. In het VieCuri hebben we hier onderzoek naar gedaan. Het doel van deze studie is om het risico op sterfte binnen drie jaar na een klinische breuk bij patiënten die een bezoek brachten aan de spoedeisende hulp te evalueren, zowel voor als na de introductie van een FLS. Dit onderzoek is recent gepresenteerd tijdens het ASBMR congres in de VS en verder onderzoek zal moeten aantonen welke aspecten van het zorgpad nog meer kunnen bijdragen aan die verminderde sterftecijfers.”4

Inrichting van de FLS-zorg in Nederland

“Een vragenlijst gebaseerd op de IOF FLS-normen werd gebruikt in een ander onderzoek dat in Nederland is uitgevoerd in niet-academische centra. De vragen gingen over de selectie, evaluatie en behandelgegevens van patiënten ouder dan 50 jaar met een recente breuk. Hieruit bleek dat ongeveer de helft van alle patiënten na een fractuur wordt onderzocht met een DEXA-meting en bloedonderzoek, en dat 50% nog niet nader wordt onderzocht.5 De reden hiervoor was de lage respons van de patiënten op de uitnodiging. Daarnaast viel op dat de lokale verschillen erg groot zijn. De zorg in het ziekenhuis moet op de eerste plaats multidisciplinair geregeld worden en daarnaast moet de patiënt overtuigd worden van de urgentie voor nader onderzoek. Om die redenen hebben wij in ons ziekenhuis de patiënt letterlijk aan de hand genomen en gekeken naar de patient journey en de valkuilen. Daaruit komt onder andere naar voren dat de aandacht van de patiënt, begrijpelijkerwijs, allereerst uitgaat naar de genezing van de fractuur. Het meeste succes volgt als de behandelend specialist tijdens het laatste consult, gemiddeld zes weken na de breuk, osteoporose en de noodzaak voor een DEXA-meting ter sprake brengt. Uiteindelijk worden er in Nederland vervolgonderzoeken gedaan bij ongeveer de helft van de mensen na een fractuur. Er zijn wel aanwijzingen, maar verder onderzoek zou moeten aantonen welke oorzaken ten grondslag liggen aan deze lage respons en op welke manieren we dit zouden kunnen verhogen. Er is dus nog steeds veel winst te behalen.”


Referenties:
  1. Lötters F.J.B et al. Current and Future Incidence and Costs of Osteoporosis-Related Fractures in The Netherlands: Combining Claims Data with BMD Measurements. Calcified Tissue International [Internet]. 2016Mar;98(3):235–43.
  2. CBO Richtlijn Osteoporose en Fractuurpreventie 2011.
  3. NIVEL Zorgregistraties eerste lijn, Aantal personen met osteoporose in de huisartsenpraktijk, 2015.
  4. Vranken, L. (2017). Comorbidities and medication use in patients with a recent clinical fracture at the Fracture Liaison Service. Journal of Bone and Mineral Research, 32, S246-S247.
  5. P. van den Berg et al., Meeting international standards of secondary fracture prevention: a survey on Fracture Liaison Services in the Netherlands. Osteoporos Int. 2015 Sep;26(9):2257-63. doi: 10.1007/s00198-015-3117-y. Epub 2015 Apr 10.

Lees ook andere interviews

Dr. Mariëlle Emmelot-Vonk - UMC Utrecht

Osteoprosezorg en kwetsbare ouderen

Prof. dr. Mariëlle Emmelot-Vonk - UMC Utrecht

LEES MEER
Dr. Esther Donga - ETZ Elisabeth Ziekenhuis Tilburg

Meer patiënten bereiken met regionaal zorgprogramma fractuurpreventie

Dr. Esther Donga - ETZ Elisabeth Ziekenhuis Tilburg

LEES MEER