Patiëntenidentificatie

OSTEOPOROSEZORG.NL

Weet u zeker dat u deze webpagina wilt verlaten?

Patiëntenidentificatie

Luc Maartens
Alert zijn op signalen en fracturen

‘We missen nog zeker de helft van de osteoporosepatiënten’

Leeftijd, ondergewicht, verhoogd valrisico en een ouder met een heupfractuur zijn de belangrijkste risicofactoren voor een eerste fractuur. Hoe kan de huisarts zijn patiënten ‘at risk’ vroeg herkennen? Huisarts en osteoporose-expert Luc Maartens deelt tips, eyeopeners en valkuilen. ‘Richt je op de top van de ijsberg.’
De NHG-Standaard Fractuurpreventie is er duidelijk over. Evalueer het fractuurrisico bij patiënten met een fractuur (wervel of recente niet-wervel), en op mensen met een vraag over osteoporose of het risico op het krijgen van een eerste fractuur. Dat laatste komt in de praktijk echter weinig voor. Osteoporose is geen ‘sexy’ ziekte, geen kwaadaardige aandoening waar mensen beducht voor zijn, en er vinden geen bevolkingsonderzoeken naar plaats. Overigens zou dat ook weinig zinvol zijn, omdat het number needed to treat te hoog is om doelmatig screening te organiseren.
Time to benefit
Maar dan die andere groep. Met een recente fractuur, niet langer dan een jaar geleden. Bij hen valt wél winst te behalen, want de ouder wordende mens heeft een toenemende kans op het krijgen van een fractuur en met behandeling een kortere time to benefit. Daardoor hebben juist zij veel baat bij medicatie die de kans op een nieuwe fractuur reduceert. Dat maakt het dus goed verdedigbaar om juist ook de 80-jarige met een wervelfractuur medicamenteus te behandelen. Het nut van erger voorkomen en daarmee veel leed (bij een heupfractuur zelfs overlijden) en onnodige zorgkosten te besparen, is het grootst bij deze groep. Logisch dus om deze ‘top van de ijsberg’ als eerste te behandelen.
Actieve 55-plussers
Toch is het niet eenvoudig deze patiënten in beeld te brengen. Ook al breekt elke 2 tot 3 minuten iemand in Nederland iets, we missen nog zeker de helft van de fractuurpatiënten met osteoporose. Natuurlijk is er de kwetsbare oudere die u ziet vanwege een uitglijdpartij over het badkamermatje. Maar het kan net zo goed die actieve 55-plusser zijn, die pas geleden vertelde dat hij vorig jaar met wintersport zijn pols had gebroken en daarvoor was behandeld op een Oostenrijkse SEH. Of die postmenopauzale vrouw die al een tijdje op het spreekuur komt met rugklachten, schildklierproblemen of een chronische darmziekte. Al deze patiënten zijn at risk. Laat de praktijkondersteuner in elk geval één vraag extra stellen aan 50-plussers met COPD, cardiovasculair lijden of diabetes: heeft u recentelijk iets gebroken?
Hoog-risicopatiënt
Een andere hoog-risicogroep betreft de patiënten die geen gehoor geven aan de oproep om op controle te komen op de fractuurpoli van het ziekenhuis: dat is naar schatting 35 - 50 procent. Het loont dan ook om die patiënten in uw praktijk actief op te sporen. We weten immers dat een eerste fractuur de beste voorspeller is op een nieuwe fractuur. In het interview met Esther Donga op deze website leest u hier een mooie best practice van, die zeker meer navolging verdient. Vaak besluiten patiënten na een in hun ogen ‘onschuldige’ fractuur dat een controle niet meer nodig is. Terwijl zij nu juist het meeste profijt kunnen hebben van een (medicamenteuze) behandeling. De huisarts kan een belangrijke rol spelen bij het benaderen van deze patiënten en uitleggen waarom een controle op osteoporose zinvol is.
Verkeerde zuinigheid
Trouwens vind ik botdichtheid een slechte maat voor de gouden standaard waarmee osteoporose wordt gedefinieerd. De botdichtheid geeft wellicht een verdenking op osteoporose, maar de eerste fractuur boven de vijftig jaar is een veel sterker signaal om in actie te komen en een risico-inventarisatie te doen. Maak een totaalplaatje van familiare belasting, leefstijlfactoren, andere aandoeningen die kunnen leiden tot osteoporose. En: wees vooral niet te zuinig bij het aanvragen van diagnostiek. De kosten van het lab en voor een DEXA-scan – vergeet niet om standaard ook een wervelhoogtemeting (VFA) te laten maken – zijn vele malen goedkoper dan de zorgkosten voor een (volgende) fractuur en het voorkomen van de daarmee gepaard gaande afname in kwaliteit van leven. Tot slot: voorkomen is altijd beter dan genezen. De NHG-Standaard Osteoporose is niet zomaar vervangen door de standaard Fractuurpreventie. Attendeer daarom elke 50-plusser, ook zonder breuken en chronische ziekten, op het nemen van vitamine D en het belang van dagelijkse beweging. En daarbij geldt belast bewegen is beter dan onbelast: wandelen is beter dan fietsen!
Luc Maartens, huisarts in Eindhoven, osteoporose-expert
Deel dit artikel:

KENNIS EN INFORMATIE VOOR HUISARTSEN

Incidentie en impact osteoporose

Incidentie en impact osteoporose

Tot 2030 neemt de incidentie van osteoporose toe met 40 procent. Osteoporosefracturen hebben een sterk invaliderend karakter. Maar als we de alarmsignalen beter leren herkennen, kan dat enorm schelen. Zowel in zorgkosten als in kwaliteit van leven voor de patiënt.

LEES MEER
Osteoporosezorg in de huisartsenpraktijk

Osteoporosezorg in de huisartsenpraktijk

Ondergediagnostiseerd en onderbehandeld: dat is nog veelal de realiteit in osteoporosezorg. Maar op steeds meer plekken ontstaan netwerken om het anders te doen. En: met succes. Osteoporose-experts delen hun ervaringen en tips.

LEES MEER